Dat was de vraag die Loek van der Klugt ons op de verenigingsavond van mei voorhield. Nu zal de gemiddelde aquariaan wel zo’n beetje weten hoe een paludarium er uit ziet, maar hoe zo’n paludarium nou is opgebouwd en wat er allemaal bij komt kijken, dat is voor de meesten toch niet zo eenvoudig te beantwoorden. Daarin zou deze avond verandering komen.
Een paludarium is letterlijk een ‘moerasbak’, dus een biotoop met een overgang van een waterdeel naar een landdeel. Dit werd geïllustreerd met foto’s uit het Surinaamse oerwoud, waarop poeltjes en stroompjes werden overgroeid door overhangende takken en bossages. Onder die takken, door schaduwwerking, vaak een mysterieus ‘zwart gat’, wat een enorme dieptewerking geeft. In deze biotopen wemelt het van het leven; verschillende vissoorten, kikkers, salamanders en insecten leven rond deze grens van lucht, land en water.
Deze biotoopjes zetten de spreker aan om zoiets ook thuis te proberen na te maken. Begonnen werd met een gewoon aquarium, met daarin een achterwand van kurk, wat planten en wortels van druivenhout. Als bewoners een aantal kikkers, die het daarin goed naar hun zin hadden. De planten en het decoratiemateriaal hadden het daarentegen wat minder naar de zin, want doordat er geen ventilatie was, begon alles binnen de kortste keren te rotten door de hoge luchtvochtigheid. Een goede ventilatie bleek dus een belangrijke voorwaarde voor een goede plantengroei en was een eerste stap vooruit naar een goed functionerend paludarium. We spreken dan over de jaren zeventig van de vorige eeuw. De ontwikkelingen volgden zich daarna snel op; het aquariumdeel wordt aan de bovenkant uitgebouwd met een landdeel, wat weer voor nieuwe uitdagingen vormt voor de verlichting van het onderwaterdeel. Ventilatiesleuven worden horizontaal en verticaal geplaatst en voorzien van rvs gaas, verschillende materialen worden uitgeprobeerd, er wordt geëxperimenteerd met verschillende instelbare overlopen en er wordt veel energie gestoken in het wegwerken van de zichtbare constructie in de voorruit ter hoogte van de waterlijn. Ook verschillende uitvoeringen voor de voorruit worden uitgeprobeerd; horizontaal of verticaal scharnierend, schuivend of uitneembaar. Op het gebied van belichting zijn verticaal geplaatste TL-buizen en het creëren van lichtvlekken ontwikkelingen die de aanblik van het paludarium sterk hebben verbeterd.
De spreker is mede-oprichter en drijvende kracht achter de ‘studievereniging Het Paludarium’ uit Den Haag, de vereniging waar veel van deze ontwikkelingen vandaan zijn gekomen. Verschillende artikelen over de nieuwste innovaties zijn verschenen in ‘Het aquarium’. Het gaat te ver om alle technieken hier te bespreken, maar in oude uitgaven van ‘Het aquarium’, op het internet of via de deskundigen binnen onze vereniging is er heel veel informatie hierover te vinden.
De inrichting van het paludarium kan met verschillende materialen gebeuren. Voor de harde structuur wordt op dit moment veel gebruik gemaakt van roofmate, een harde isolatieplaat, en PUR-schuim die worden afgewerkt met verf en turfmolm of cactusaarde. Oude buizen of slangen kunnen als basis dienen om wortels of boomstronken na te maken; ze worden omwikkeld met ondertapijt of koolstofdoek en ingesmeerd met Flevopol en wat houtskool of kleipoeder. Deze takken kan men dan prachtig laten begroeien met epifyten.>
Voor de beplanting wordt aangeraden om met eenvoudige soorten te beginnen. Veel geschikte soorten zijn gewoon te koop bij het tuincentrum of de bloemist. Natuurlijk zijn veel planten die wij kennen uit het aquarium goed bruikbaar, het zijn immers vaak moerasplanten. Zo kunnen javavaren en Anubias-soorten (een aronskelk-achtige) goed gebruikt worden. Ook een plant als Braziliaanse waternavel (Hydrocolyle leucocephala) groeit vanuit het water zo het land op. Van de echte landplanten zijn de verschillende Tillandsia- en Vriessia-soorten breed bekend en goed te gebruiken in het paludarium.
Voor het bevolken van het paludarium komen verschillende soorten dieren in aanmerking. Vele bekende aquariumvissen zijn geschikt, in het bijzonder vissen die in de buurt van het wateroppervlak zwemmen en die in de natuur leven van insecten die op het wateroppervlak vallen, zoals bijlzalmen en spatzalmen of de bijzondere stekelvis (Pantodon bucholzi). Helaas zijn voor de hand liggende soorten als de vieroogvis (Anablebs) en de schuttersvis niet aan te raden, omdat ze in brak water moeten leven. Ook verschillende salamander-soorten leven vooral in het water, zoals de vuurbuiksalamander en de Axelottl, terwijl de jongen daarvan vaak weer het land opzoeken. Een andere soort, de Chinese krokodilsalamander, leeft vooral op het land en komt slechts zelden in het water.
Ook zijn er vele soorten kikkers die het prima naar hun zin hebben in het vochtige oerwoud van het paludarium; de leden uit de Dendrobates- en Epipedobates-families zijn prachtig gekleurde klein blijvende soorten, waarvan sommigen zelfs kunnen fluiten als kanaries. Voor de gevorderde liefhebbers zijn er nog verschillende soorten gekko’s, leguanen en anolis-soorten die goed in het paludarium gehouden kunnen worden. Voor alle soorten, zowel de dieren als de planten, geldt dat het goed is om te kijken naar de herkomst; de dag- en nachttemperatuur en luchtvochtigheid kan per gebied, soms zelfs over kleine afstanden, erg verschillen. Hoe dichter de waarden in het paludarium de natuurlijke waarden benaderen, hoe groter de kans dat de planten en dieren het goed zullen doen.
Loek van der Klugt wist ons de hele avond te boeien met een stortvloed aan informatie, leuke anekdotes en prachtige plaatjes. Het zou me dan ook niks verbazen als er van de toehoorders een paar naar huis zijn gegaan met de gedachte ‘Ja, dat paludarium houden is misschien ook wel wat voor mij!’.