Tijdens de bijeenkomst van Aponogeton kwam de heer Erik Prins ons iets vertellen over “aquascaping”. Voor mij persoonlijk was zijn verhaal een stuk interessanter dan verwacht. Bij “aquascaping” had ik een beeld van bizarre onnatuurlijk uitziende landschappen, bergen, bossen en dergelijke die onder water worden nagebouwd. Vast erg creatief, maar toch niet echt helemaal mijn ding. Echter, aquascaping bleek een stuk breder te zijn dan het bovenstaande. Heb je je ook wel eens afgevraagd waarom die plant juist daar nu zo mooi staat, maar ergens anders niet tot z’n recht komt? Gedurende deze presentatie kwamen er een aantal belangrijke en interessante regels en tips naar voren die van groot belang kunnen zijn bij het inrichten van een aquarium.
Aquascaping is de ambacht van het plaatsen van planten, maar ook stenen en hout, op een esthetisch verantwoorde manier onder water, het “onderwater tuinieren”. Binnen aquascaping kent men twee hoofdstromingen, de Nederlandse (Dutch) en de Japanse (Amano) stijl. Waar het bij aquascaping om gaat is dat de natuur nagebootst wordt onderwater. In de Amano stijl neemt men dit heel letterlijk, men bouwt bergen, rivieren, en zelfs bomen na onder water. Hierbij wordt in het bijzonder gelet op de plaatsing van het geheel. In de Nederlandse stijl worden niet zo zeer landschappen nagebouwd maar gebruikt men vaak planten en plantengroepen met sterke contrasten in kleur en bladvormen (de zogenaamde “plantenbakken”). Ook speciaal aquaria (bijvoorbeeld biotopen) kunnen hieronder vallen. Vele foto’s van prachtige aquaria werden getoond. Hoe krijg je nu zo’n mooie bak? Een aquarium inrichten kan op vele manieren, maar er blijkt een aantal stelregels te zijn die helpen om te komen tot een mooie aquascape:
– Zet lage planten voorin en hoge planten achterin de bak. Uitzonderingen: een straatje planten die laag wegloopt naar achteren, omheen kijkjes. Let hierbij wel op dat je niet je hele bak vol straatjes zet, anders gaan de vissen de vierdaagse lopen! Let bij het maken van de straatjes op de kijkhoek, de richting waarop men gewoonlijk in het aquarium kijkt, en laat straatjes naar achter weglopen in deze richting.
– Plant de planten in een (grote) groep bij elkaar. Let hierbij op dat je niet twee dezelfde soorten in verschillende groepen zet, of planten die te veel op elkaar lijken (bijvoorbeeld in bladvorm en kleur). Niet te veel herhaling, dat is saai! Te veel soorten planten maakt de bak erg rommelig en onrustig. Een richtlijn is ongeveer 1 soort planten per 10 cm baklengte. Dit mag iets meer of minder zijn na gelang de diepte van de bak.
– Gebruik “natuurlijk” (uitziend) materiaal en het liefst een soort decoratie (hout/steen) in de bak.
– Benut de “sterke punten” van de bak. De sterke punten worden bepaald door specifieke verhoudingen in het aquarium die mensen mooi vinden, de zogenaamde “gulden snede”. Deze verhouding is 1:1.168 of a : b = (a + b) : a. Een goede benadering die vaak wordt gebruikt is 1 : 2, of de regel van derden. Zorg dat je de dominante plantengroep, of een blikvanger als een stenengroep of kienhout op de gulden snede zet. Volgens de regel van derden zijn er 4 sterke punten in de bak. Gebruik deze punten diagonaal. Diagonale lijnen zorgen voor dieptewerking, de blik wordt het aquarium ingetrokken en blijft daar, terwijl lijnen die evenwijdig lopen aan een van de aquarium ruiten het aquarium er “plat” uit doen zien. Deze regels zijn overigens ook van toepassing op fotografie!
– Volgens de bovenstaande regel is het dus niet verstandig om een blikvanger of dominante plantengroep precies in het midden van je bak te zetten. De aandacht gaat nu alleen uit naar deze groep, en niet meer naar de rest van het aquarium. Echter, zorg wel dat er iets staat, de afwezigheid planten in het midden is ook een blikvanger. Begin én eindig geen plantengroep of straatje in het midden, maar zorg dat ze door het midden doorlopen. Je mag wel een plantengroep in het midden beginnen en deze uit het midden weg laten lopen. Als je één of meerdere plantengroepen in het midden begint en eindigt dan deel je als het ware je aquarium op in twee delen (vele foto’s hiervan volgden tijdens de presentatie). Vermijd een symmetrische opbouw. Zet geen 2 groepen planten aan weerszijden van het midden, of juist niets.
– Creëer diepte door straatjes van planten aan te leggen, met hoge, lange planten ernaast. De kijkrichting bepaalt de richting waarin de straten lopen. Goede straatplantjes zijn bijvoorbeeld de Lobelia, het Leids plantje, en de vaantjesplant, maar vele vormen zijn mogelijk (weer vele foto’s hiervan tijdens de presentatie). Let ook op het hoogteverschil tussen de groepen planten onderling, varieer de groepen bijvoorbeeld op 1/3 en 2/3 van de bakhoogte (de regel van derden geldt ook voor de verticaal!).
– Speel met de bladvorm en de kleuren van planten. Zet contrasterende planten naast elkaar, bijvoorbeeld fijn naast grof, helgroen naast donkergroen, gebruik ook andere kleuren, zoals geel en rood, maar zorg dat er niet te veel rode planten in je bak staan (maximaal zo’n 25 procent, anders krijg je een roestbak). Zet rode planten soorten niet te veel bij elkaar, of tegen een donkere achtergrond. Gebruik liever geen rode planten in het midden (Amano). Hierna liet de heer Prins een aantal foto’s zien van de zogenaamde Zoetermeer stijl: rood-groen-rood-groen-rood-groen, waarbij de rode groepen kleiner zijn dan de groene groepen.
Hoe maak je nu zo’n mooie schikking? Volgens de heer Prins kon je dit het beste vragen aan je vrouw…
Deze regels worden ook gehanteerd bij de beoordeling van aquaria door de keurmeesters (vanuit de zaal werd hard zeurmeesters geroepen…). Hierna volgde nog een discussie over hoe subjectief deze regels nu wel of niet zijn en over de kwaliteit van de beoordelingen van de keurmeesters; “ik bepaal toch zelf wat ik mooi vind?” De regels voor de vormen, kleuren, types en (zwem)hoogte gelden overigens ook voor de vissen.
Hiermee kwam de presentatie ten einde. Ik wens iedereen veel plezier toe met het (her)inrichten van de bak!
Hartelijke groeten,
Arjan van Beelen